Overslaan en naar de inhoud gaan
Vorige blog Volgende blog

Over het verleden en de toekomst van NIRAS

Cover Francis & Marc

2022 was een feestjaar voor NIRAS dat haar veertigjarige bestaan vierde en officieel de deuren opende van haar bezoekers- en ontmoetingscentrum Tabloo. Daarnaast was het ook op andere vlakken een belangrijk jaar, met als uitschieter de principebeslissing van de federale regering voor diepe berging. Directeur-generaal Marc Demarche en voorzitter Francis De Meyere blikken in dit interview terug op enkele hoogtepunten van 2022.

Laten we beginnen met het oppervlaktebergingsproject voor het laag- en middelactieve kortlevende afval. De realisatie van de bergingsinstallatie in Dessel komt nu echt wel dichterbij.

Marc Demarche: “Het begint nu inderdaad echt concreter en concreter te worden. In 2022 liepen de testen in de caissonfabriek en in de Installatie voor de productie van monolieten (IPM) verder. Zo produceerden we tijdens de opstarttesten een vijftiental monolieten met dummy afvalvaten. 2023 wordt trouwens een heus scharnierjaar, waarin we de nucleaire vergunning voor de bergingsinstallatie verwachten na een gunstig advies van de Wetenschappelijke Raad bij het FANC. Dat jaar lanceren we ook de overheidsopdracht voor de bouw van de bergingsinstallatie. Het wordt een hele uitdaging voor de aannemer om die met de nodige zorg te bouwen. Daar zullen we met onze jarenlange ervaring met nucleaire installaties streng op toezien, zodat op elk moment de veiligheid van de werknemers en de leefomgeving gegarandeerd blijft, zowel op korte als op lange termijn. Momenteel hopen we dat de bouwwerken in 2024 kunnen starten en dat we de eerste modules met monolieten kunnen vullen vanaf 2027.”

Francis De Meyere: “Ook de afvalproducenten zullen een belangrijke rol spelen, ik denk daarbij vooral aan het afval afkomstig van de ontmanteling van de eerste kerncentrales. Het is essentieel dat dit afval - net als al het andere - goed gekarakteriseerd en gesorteerd wordt zodat we weten welke eigenschappen het juist bezit. Het afval moet namelijk aan strenge criteria voldoen om in de bergingsinstallatie te mogen.”

Het oppervlaktebergingsproject komt er mee dankzij een lang participatieproces met de partnerschappen STORA en MONA. Is hun rol nu voltooid?

Marc Demarche: “Integendeel, in 2022 ondertekende NIRAS een samenwerkingsovereenkomst met de partnerschappen STORA en MONA en de gemeenten Dessel en Mol. Deze overeenkomst concretiseert de voorwaarden uit het maatschappelijk contract voor inspraak en participatie op lange termijn. In het contract engageren de partijen zich opdat de partnerschappen ook in de toekomst hun rol als actieve, onafhankelijke, laagdrempelige, transparante en open overlegplatformen kunnen blijven waarmaken. Hun rol is dus allesbehalve uitgespeeld.”

Francis De Meyere: “Verleden jaar schreef auteur Leo De Bock trouwens een boeiend boek over het participatieproces voor het oppervlaktebergingsproject. In ‘Het verhaal van een berging. Burgerparticipatie, het nieuwe normaal?’ neemt hij de betrokkenheid van de burgers in Dessel en Mol onder de loep. Hij beschrijft een uniek proces van meer dan twintig jaar studie en overleg tussen burgers, overheid en NIRAS. Samen werd stap voor stap beslist of er een bergingsinstallatie kon komen en welke meerwaardeprojecten daar tegenover zouden staan. De partnerschappen verdiepten zich in het project en stuurden zelfs het ontwerp van de installatie bij. Ze waren er niet voor de schone schijn. Het hele participatieproces gebeurde trouwens wars van partijpolitiek en selectieve belangenbehartiging. Het is een voorbeeld voor heel de maatschappij.”

Feestelijke momenten

Een van de meerwaardeprojecten dat in 2022 gerealiseerd werd, is het bezoekers- en ontmoetingscentrum Tabloo.

Francis, Solo

Francis De Meyere: “Het was een speciaal moment toen we Tabloo officieel mochten openen samen met de twee voogdijministers van NIRAS, Pierre-Yves Dermagne en Tinne Van der Straeten. Meer dan twintig jaar nadat het eerste idee voor een nieuw communicatiecentrum geopperd werd, was het eindelijk zover. En er gebeurde al heel wat het afgelopen jaar in Tabloo. Bijna vijftienduizend personen bezochten de expo, een mooie mix van scholen, verenigingen, bedrijven en individuele bezoekers. De expo sleepte zelfs al een designprijs in de wacht: een Henry van de Velde Award. Daarnaast namen ook meer dan twintigduizend mensen deel aan een andere activiteit in Tabloo, van een netwerkevent tot een muziekvoorstelling. Tot slot waren er ook verschillende internationale conferenties rond het beheer van radioactief afval. We ontvingen heel veel positieve feedback van onze internationale zusterorganisaties voor wie Tabloo een inspirerend voorbeeld is.”

Op het einde van 2022 vierde NIRAS haar veertigjarig bestaan met een prachtig concert van het Belgian National Orchestra in het kunstencentrum Bozar.

Marc Demarche: “Het was een indrukwekkend concert voor iedereen die erbij was. Vier muziekwerken uit de twintigste eeuw vormden het uitgangspunt van de unieke voorstelling FIREBIRD, een gedurfde cross-over tussen klassieke muziek en videobeelden van kunstenaar Eva L’Hoest. Haar beelden nodigden ons via de onderwerpen ‘deep time’ en ‘nuclear culture’ uit om het langetermijndenken te omarmen dat zo belangrijk is voor het beheer van radioactief afval. Ze werden in het groot op een speciaal scherm boven het orkest geprojecteerd en dialogeerden zo met het orkestrale gebeuren. FIREBIRD krijgt trouwens een vervolg, onder andere met voorstellingen voor scholen. Het is een van de initiatieven waarmee we jongere generaties willen betrekken bij onze thematiek.”

Een ander feestelijk moment was de veertig jaar van het ondergronds onderzoekslaboratorium HADES.

Marc solo

Marc Demarche: “Hiervoor organiseerden we een event voor experten en beleidsmakers in Tabloo. Experten spraken er over de uitvoerbaarheid en de veiligheid van het bergen van hoogactief en/of langlevend afval in diepe kleilagen, en over de maatschappelijke en financiële aspecten die ermee verbonden zijn. Daarnaast was er ook een specifiek event voor wetenschappers waar we de resultaten voorstelden van een speciale publicatie van de Geological Society of London. Daarin wordt de balans opgemaakt van veertig jaar onderzoek naar diepe berging in HADES. Dit onderzoek blijven we trouwens ook de komende jaren voortzetten, want het is belangrijk om onze kennis over de werking en de veiligheid van een ondergronds bergingssysteem nog te verfijnen.”

Beslissing diepe berging

Dat brengt ons tot wat voor NIRAS misschien wel het hoogtepunt van 2022 was: de publicatie van het koninklijk besluit over diepe berging.

Francis De Meyere: “Het is een eerste, belangrijke stap die aangeeft wat België op lange termijn met het hoogactieve en/of langlevende afval zal doen, namelijk diepe of geologische berging. Hiermee sluiten we aan bij wat heel wat andere landen voor dit type afval beslisten. Maar het grote werk zit er nog aan te komen. Er zullen nog heel wat stappen gezet en beslissingen genomen moeten worden voordat we naar de keuze van een of meerdere bergingssites kunnen gaan. Die beslissingen zijn heel divers en omvatten zowel veiligheids- als maatschappelijke, wetenschappelijke en financiële aspecten. Dit beslissingsproces zal meerdere decennia in beslag nemen en het maatschappelijk debat, dat in 2023 van start gaat, zal helpen om dit proces te definiëren.”

Marc Demarche: “Dit maatschappelijk debat, dat georganiseerd wordt door de Koning Boudewijnstichting, zal mee bepalen hoe de beslissingen genomen moeten worden en zal de keuze voor diepe berging bevestigen of indien nodig wijzigen. Eens het maatschappelijk debat afgerond is, zal NIRAS de conclusies meenemen in haar beleidsvoorstel aan de federale regering. Deze zal dan een tweede koninklijk besluit uitwerken dat het besluitvormingsproces zal vastleggen, met inbegrip van hoe de keuze van de site(s) bepaald zal worden.”
 

Een belangrijk begrip in het hele debat en beslissingsproces is dat van de omkeerbaarheid.

Francis De Meyere: “Klopt, het koninklijk besluit bepaalt dat bij elke stap in het beslissingsproces de vorige beslissingen telkens herbevestigd moeten worden. Dat betekent dus ook dat je kan terugkomen op eerdere beslissingen, dat ze omkeerbaar zijn. Een van de zaken die het maatschappelijk debat zal moeten uitklaren is hoe dit dient te gebeuren. Daar moeten criteria voor gedefinieerd worden, zodat dit op een onderbouwde manier gebeurt. Vandaag is diepe berging heel duidelijk de enige veilige en haalbare beheeroplossing op lange termijn voor dit afval. Daar bestaat een brede internationale consensus over. Een dergelijk bergingsproject zal meer dan honderd jaar in beslag nemen. We moeten er nu dus werk van maken, want hoe sneller je eraan begint hoe kleiner de lasten zijn die je aan de volgende generaties overdraagt.”

Wat leert de participatie rond oppervlakteberging ons voor de toekomst, met name voor diepe berging?

Marc Demarche: “Dat als je een technisch project inbedt, je ook moet luisteren naar wat de gemeenschap belangrijk vindt en daar rekening mee moet houden. Het maatschappelijke aspect is even belangrijk als het technische aspect. Daar begint het mee. Die participatieve aanpak is intussen als het ware in het DNA van NIRAS verankerd en willen we ook voortzetten voor het project van diepe berging.”

Francis De Meyere: “Zo’n participatieve houding vraagt wel de nodige skills en inspanningen van onze collega’s die met de lokale bevolking samenwerken. Ze moeten niet alleen technisch onderlegd zijn, maar ook voldoende inlevingsvermogen en emotionele intelligentie bezitten. En niet vergeten: vertrouwen komt te voet en gaat te paard.”
 

De vervuiler betaalt

Aan de bergingsprojecten hangt natuurlijk ook een prijskaartje vast.

Marc Demarche: “In 2022 hebben we een update van de kosten uitgevoerd voor de berging van alle categorieën radioactief afval. Aan het principe verandert er evenwel niets: de vervuiler betaalt alle kosten voor het beheer en de berging van het afval. Voor oppervlakteberging komen we uit op een stijging van de totaalkostprijs met 0,9 miljard euro: van 1,7 miljard euro in 2018 tot 2,6 miljard euro. De belangrijkste redenen voor deze wijziging zijn: de verwerping van eerder veronderstelde optimalisatiemogelijkheden, verhoging van de maatregelen voor het bekomen en aantonen van de conformiteit van het afval aan de bergingscriteria, bijkomende veiligheidsvoorzieningen en de gewijzigde economische context. Voor diepe berging is het kostenplaatje gestegen van 11,2 miljard euro in 2020 tot 12 miljard euro. Dat komt grotendeels omdat we in extra schachten voorzien voor de operationele veiligheid van de bergingsinstallatie. Deze herberekeningen waren belangrijk voor ons driejaarlijks advies aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen. Deze controleert de aanleg en het beheer van de voorzieningen om de ontmanteling van de kerncentrales en het eindbeheer van de verbruikte splijtstof te financieren.”

Naast de kosten voor de afvalproducenten zijn er ook de kosten verbonden aan de nucleaire passiva. Hoe zit het daarmee?

Francis De Meyere: “Nucleaire passiva zijn buiten gebruik gestelde nucleaire installaties waarvoor in het verleden onvoldoende middelen voorzien werden om ze te saneren en te ontmantelen. De Belgische staat heeft zich verbonden om de kosten voor drie sites op zich te nemen. Voor elk hiervan werden aparte fondsen opgericht. Op vraag van de federale regering hebben we via een ‘spending review’ onder andere de balans opgemaakt van de gemaakte kosten voor de periode 1989-2020. Ook hebben we een overzicht gemaakt van welke financiële middelen in welk fonds nog beschikbaar zijn. Verder hebben we voorstellen uitgewerkt om de toekomstige kosten te optimaliseren en de budgettaire behandeling te verbeteren.”

Succesvolle sanering

In 2022 werden de saneringsoperaties van de buiten gebruik gestelde nucleaire installaties op de site van Fleurus beëindigd.

Francis De Meyere: “Het bedrijf Best Medical Belgium produceerde er radio-isotopen voor medisch gebruik, maar ging in 2012 failliet. Sindsdien staat NIRAS er in voor de sanerings- en ontmantelingswerken om de gebouwen te denucleariseren zodat de site een nieuwe bestemming kan krijgen. In 2022 beëindigde onze ploeg er de saneringswerken. Drie gebouwen werden teruggegeven aan het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE), de eigenaar van de site, en een vierde zal afgebroken worden.”

Marc Demarche: “Dit vierde gebouw bevatte een zone die in hoge mate besmet was met strontium-90. Een deel van de sanering van deze zone werd uitgevoerd door technici, maar de eigenlijke productiecellen voor radio-isotopen waren veel te besmet. Omdat daar elke menselijke interventie uitgesloten was, liet NIRAS een robot ontwerpen die aan de cellen gekoppeld moest worden. Het is deze robot die de besmette cellen met succes ontsmet heeft. Een ander hoogtepunt was de ontmanteling van een cyclotron met gewicht van zo’n 300 ton. Een unicum in ons land. Wat zeker ook de moeite is om te vermelden, is dat van al het afval dat gegenereerd werd door de saneringsoperaties er slechts zo’n 10% als radioactief afval beheerd moet worden. Al de rest van het afval is conventioneel afval of metalen die na recyclage hergebruikt kunnen worden.”
 

Ook de ontmanteling van de kerncentrales komt voor een deel dichterbij, met de stopzetting van de eerste kernreactor in 2022.

Francis De Meyere: “De ontmanteling van de kerncentrales van Doel en Tihange wordt een groot industrieel project in België. Als nucleair exploitant heeft Electrabel de verantwoordelijkheid om dit project tot een goed einde te brengen. Maar ook NIRAS zal haar rol vervullen door het radioactieve afval te beheren dat ontstaat bij de ontmanteling van de kerncentrales. Dat zullen grote hoeveelheden zijn en het operationeel maken van de oppervlaktebergingsinstallatie is hiervoor van belang. Ook dit wordt een project van lange adem.”

Blijven groeien

Iets anders. Afgelopen zomer vond de zevende review meeting van de Joint Convention plaats. Waar gaat dat juist over?

Francis De Meyere: “De Joint Convention is een internationaal verdrag dat alle aspecten van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval bestrijkt. De deelnemende landen, waaronder België, moeten elke drie jaar een nationaal rapport indienen waarin ze uitleggen welke maatregelen ze hebben voor het veilige beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof. Alle rapporten worden tussen de deelnemende landen besproken tijdens 'review meetings', in het kader van een collegiale toetsing. De zevende review meeting vond plaats afgelopen zomer in het hoofdkwartier van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) in Wenen.”

Marc Demarche: “En het resultaat was positief voor ons land. De evaluatiegroep wees onder meer op de hoge kwaliteit van het Belgische programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Met name onze overeenkomst met het Groothertogdom Luxemburg om de beperkte hoeveelheden Luxemburgs afval in België te beheren en te bergen werd positief onthaald en als een goede praktijk en voorbeeld voor andere landen beschouwd. Ook de ontwikkeling van een solide nucleair en radiologisch noodplan en de ingebruikname van de nieuwe opslagfaciliteiten bij Belgoprocess worden als positief bestempeld.”

Slotvraagje. Hoe ziet de toekomst eruit voor NIRAS als werkgever?

Francis De Meyere: “Eind 2023 wordt een belangrijk moment voor onze medewerkers, onze hoofdzetel verhuist dan naar een nieuw gebouw vlak bij het Brusselse Noordstation. Ons huidige gebouw voldoet niet langer aan de hedendaagse technische vereisten en is steeds minder geschikt voor onze behoeften. De nieuwe kantoren zullen heel wat meer comfort bieden voor iedereen en de interacties tussen de teams versterken. Onze collega’s zullen er terechtkomen op een nieuwe werkplek waar ze meteen ook van start zullen gaan met een nieuwe manier van werken.”

Marc Demarche: “De komende jaren zal NIRAS trouwens nog blijven groeien als organisatie. Vandaag tellen we zo’n 169 interne medewerkers, bedoeling is uiteindelijk te stabiliseren op zo’n 250 medewerkers. Reken daar nog de collega’s van onze dochteronderneming Belgoprocess bij en je weet dat het werk in onze sector er bijlange nog niet op zit. Ook nu de eerste kerncentrales gesloten zijn, zal er nog voor decennia werk zijn in onze sector. Het is trouwens niet altijd even evident om de juiste profielen aan te trekken. Daarom nemen we ook deel aan gespecialiseerde jobbeurzen en laten we via diverse initiatieven ook toekomstige wetenschappers kennis maken met ons werkveld. Zo is Tabloo een ideaal middel om jongeren uit het STEM-onderwijs te bereiken."