NIRAS-wetenschapper benoemd tot fellow van KU Leuven
Fellows zijn alumni die in de bedrijfs- en academische wereld hoge ogen gooien. Ze geven gastcolleges en -seminaries, adviseren de studenten, regelen stages of bedrijfsbezoeken en zijn ambassadeurs van de faculteit.
Maarten Van Geet is voorgedragen als fellow van de richting Geologie voor de periode 2017-2019.
“De kennis die ik tijdens mijn studies geologie heb opgedaan, haal ik geregeld boven om projecten rond het langetermijnbeheer van radioactief afval te ontwikkelen. In de opleiding geologie kom je in aanraking met onderwerpen uit andere wetenschapsdisciplines zoals microbiologie, betonontwikkeling, engineering en veiligheidsanalyses. Die brede interdisciplinaire bagage is een belangrijke basis voor mijn huidige job.”
Actieplan voor veilig beheer vaten met gelvorming
In het voorjaar van 2013 werden tijdens een routinecontrole in een opslaggebouw voor laagactief afval bij Belgoprocess in Dessel vaten met gelvormige uitloop ontdekt. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) werd onmiddellijk op de hoogte gesteld. Na grondige inspectie bevestigde het FANC dat de veiligheid van medewerkers, omwonenden en omgeving altijd verzekerd was.
Controle- en onderzoeksprogramma
NIRAS en Belgoprocess hebben meteen na de vaststelling een intensief controleprogramma opgezet om de omvang van het fenomeen te bepalen. Al snel werd duidelijk dat alle afvalvaten met gelvorming geconditioneerd waren in de kerncentrale van Doel. Het gaat vooral over concentraatafval, maar ook om enkele vaten met harsen. Om de oorzaken van de gelvorming te begrijpen en gelijkaardige fenomenen in de toekomst te voorkomen, heeft NIRAS in 2013 ook een uitgebreid onderzoeksprogramma opgestart. Uit de eerste resultaten bleek dat de gelvorming het resultaat zou zijn van een alkali-silicareactie (ASR) in het beton dat het radioactieve afval inkapselt.
Evaluatie van verwerking en afvalacceptatie
Op vraag van NIRAS heeft een onafhankelijk internationaal expertpanel vervolgens de resultaten van het onderzoek bestudeerd. De experts hebben de methodologische aanpak en voorlopige conclusies van het onderzoek grondig geëvalueerd. Ze onderschrijven de hypothese dat de gelvorming ontstond door een alkali-silicareactie. Daarnaast onderschrijft het panel de aanpak van NIRAS om de mogelijkheid op ASR in bestaande immobilisatieprocedés systematisch te onderzoeken en ze in toekomstige procedés uit te sluiten.
Het actieplan dat NIRAS en Belgoprocess vandaag voorstelden, houdt rekening met de bevindingen en aanbevelingen van het expertpanel. Het formuleert concrete actiepunten op korte, middellange en lange termijn. NIRAS gaat bovendien verder met het screenen van alle huidige verwerkingsprocedés. Ook haar afvalacceptatiesysteem gaat NIRAS doorlichten. Er vindt zowel een interne beoordeling plaats als een internationale benchmarking.
Veiligheid in de opslaggebouwen is verzekerd
Belgoprocess volgt het afval in opslag op met inspectierondes, luchtmonitoring en wrijfproeven. Het bedrijf zet ook de inspectierondgangen en cameravisualisaties voort. Daarnaast worden vaten uit de stapel genomen om ze individueel te inspecteren. Alle vaststellingen bevestigen dat de veiligheid van de tussentijdse opslag gegarandeerd blijft.
Nieuw opslaggebouw vergemakkelijkt de inspectie
NIRAS en Belgoprocess achten het nodig een nieuw opslaggebouw op te trekken. In het nieuwe opslaggebouw is er plaats voor alle vaten die mogelijk gelvorming vertonen. Hun aantal kan volgens NIRAS oplopen tot 10.000. Omdat manipulatie van de vaten veel eenvoudiger wordt, vergemakkelijkt NIRAS met deze logistieke oplossing de inspectie van de vaten.
Vaten met gelvorming beantwoorden niet aan de voorwaarden voor berging
Voor het uiteindelijke langetermijnbeheer van de vaten houdt NIRAS alle opties open. Momenteel beantwoorden de vaten die gelvorming vertonen niet aan de voorwaarden om geborgen te worden in de oppervlakteberging die in Dessel wordt voorbereid. NIRAS start een onderzoeksprogramma om het afval te behandelen met het oog op een stabiel eindproduct, dat kan beantwoorden aan de vereisten van een veilig beheer op lange termijn.
Wim Van Laer (Belgoprocess): “Via een aangescherpt inspectieprogramma volgen we de veiligheid van de tussentijdse opslag op de voet. Sinds de vaststelling van de gelvaten was en is de veilige opslag verzekerd.”
Jean-Paul Minon (NIRAS): “De vaten met gelvorming beantwoorden momenteel niet aan de voorwaarden voor oppervlakteberging. Een nieuw opslaggebouw vormt een logistieke oplossing voor de vaten met gelvorming. Stapsgewijs gaan we nu onderzoeken hoe het afval kan worden behandeld met het oog op een veilige beheeroplossing voor de lange termijn.”
Intensieve inspecties en controles op het afval
De vaten met radioactief afval worden opgeslagen in speciale opslaggebouwen in het Kempense Dessel, in afwachting van berging. In deze opslaggebouwen houden NIRAS en Belgoprocess, de industriële dochteraanneming van NIRAS, regelmatige inspecties en controles. Op die manier willen we vaten die mogelijk niet beantwoorden aan de vereisten zo snel mogelijk opsporen, om ze te kunnen afzonderen en nauwgezet op te volgen. Recent troffen we tijdens een inspectieronde twee dergelijke vaten aan. Het gaat om vaten met laagradioactief afval. Beide vaten werden opengesneden en grondig onderzocht:
- Eén vat was afkomstig van Tihange en werd in 1987 geproduceerd. Het vat werd al in 2003 niet-conform verklaard omdat het aan de buitenzijde een roestvlek vertoonde, maar was nog verder aangetast. Het vat behoort tot een campagne van 18 vaten, 16 werden opnieuw geïnspecteerd, bij geen enkel ander vat werden non-conformiteiten vastgesteld.
- Het andere vat dateert van 1997 en bevat assen van de verbrandingsoven van de CILVA-installatie voor de verwerking van laagactief afval van Belgoprocess. Bij de inspectie stelden we een gekristalliseerde witte uitloop vast. Er was water in de as terechtgekomen, die daarna onvoldoende werd gedroogd. Uit controle van de logboeken bleek dat dit om een éénmalig incident gaat.
Op geen enkel moment kwam de veiligheid van de werknemers of de omwonenden in het gedrang.
Immobilisatieprocessen onder de loep
Na de ontdekking in 2013 van de afvalvaten met gelvorming in het opslaggebouw voor laagactief afval werd een intensief controle- en onderzoeksprogramma opgestart. Al snel bleek dat de gelvorming enkel voorkwam bij vaten verwerkt in Doel en dat ze het resultaat was van een alkali-silicareactie (ASR – een gekend fenomeen in de bouwkunde) in het beton dat het radioactieve afval inkapselt. Om de mogelijkheid op ASR in bestaande immobilisatieprocedés die gebruikmaken van beton en/of mortel systematisch te onderzoeken, werd aan alle producenten gevraagd om hun bestanddelen aan grondige tests te onderwerpen.
Uit de tests blijkt dat het zand dat in Tihange wordt gebruikt voor het immobiliseren van hun afval, onder bepaalde omstandigheden aanleiding kan geven tot een ASR. Sommige vaten uit campagnes die werden verwerkt met dit zand werden in 2013 al geopend, maar op geen enkel van deze vaten hebben we gelvorming vastgesteld. Niet alleen de bestanddelen, maar ook de immobilisatieprocédés worden aan verdere testen onderworpen. Uit een eerste korte test blijkt dat het procedé dat Tihange gebruikt geen aanleiding zou geven tot ASR. Dit moet echter nog bevestigd worden door andere, langlopende testen. Om het risico op ASR volledig uit te sluiten en niets aan het toeval over te laten, heeft ENGIE Electrabel, de exploitant van de kerncentrale van Tihange, beslist haar productieprocessen aan te passen. Samen met NIRAS worden verschillende pistes onderzocht.
Afvalbeheer op lange termijn
Ook voor het afvalbeheer op lange termijn nemen we geen enkel risico. Voordat een afvalvat geborgen wordt, zullen we er een grondige kwaliteitscontrole op uitvoeren. Hoe een dergelijke structurele controle van de afvalvaten georganiseerd kan worden en welke methode we er het beste voor gebruiken, onderzoeken we momenteel. NIRAS heeft ook een onderzoeksprogramma lopen om het afval, dat niet beantwoordt aan de kwaliteitscriteria, te behandelen zodat we een stabiel eindproduct verkrijgen dat kan beantwoorden aan de vereisten van een veilig beheer op lange termijn.
Conclusie: meten is weten
Doordat we meer controleren, testen en meten, kunnen we afwijkende vaten tijdig opsporen en onderzoeken. Voor de veiligheid is dat een goede zaak. Door frequenter en intensiever te controleren bouwen we onze kennis over het afval verder op. Vaststellingen en wetenschappelijke bevindingen gebruiken we om de processen en methodes bij te sturen en te verfijnen waar nodig.
Wat is een alkali-silicareactie?Een alkali-silicareactie (ASR) kan gelvorming veroorzaken in het beton en/of de mortel die het radioactieve afval inkapselt. Die alkali-silicareactie is een chemische reactie tussen enerzijds de alkaliën in het afval en anderzijds reactief silicium dat aanwezig is in de componenten van het beton en/of de mortel. Beton en/of mortel is samengesteld uit het bindmiddel cement en uit granulaten zoals zand en grind. Bij de alkali-silicareactie ontstaat een gelachtige substantie, zoals die bij sommige vaten is aangetroffen aan de bovenkant van de betonmatrix. De alkali-silicareactie is een gekend fenomeen in betonnen infrastructuren zoals bruggen en gebouwen.
Eerste transport van verglaasd middelradioactief afval vanuit Frankrijk naar België
Deze ochtend vond het eerste transport van verglaasd middelradioactief afval vanuit Frankrijk naar België plaats. Het gaat om afval afkomstig van de opwerking van Belgische verbruikte kernbrandstof. Een transportverpakking, gevuld met 16 containers verglaasd middelradioactief afval, kwam aan in het opslaggebouw dat speciaal daartoe ontworpen werd op de site van Belgoprocess in Dessel, waar ze in de komende weken wordt uitgeladen.
Dit eerste transport vond in alle veiligheid plaats. In de loop van het jaar zal nog een tweede transport van verglaasd middelradioactief afval vanuit Frankrijk naar België plaatsvinden.
Oppervlakteberging voor radioactief afval in Dessel komt stap dichterbij
In 2013 vroeg de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) bij het FANC een nucleaire vergunning aan voor de bouw van de bergingsinstallatie in Dessel. Het concept voor de installatie, waarin het Belgische laag- en middelactieve kortlevende afval zal worden geborgen, heeft NIRAS in nauw overleg met de lokale partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) uitgetekend. De vergunningsaanvraag bevatte ook een veiligheidsdossier van meer dan 20.000 pagina’s. In dat dossier stonden alle technische en wetenschappelijke argumenten beschreven die de veiligheid van de installatie op korte en lange termijn aantonen.
Arbeidsintensief proces
Het FANC bestudeerde het dossier grondig en stelde NIRAS zo’n 300 vragen. Het beantwoorden van die vragen was een arbeidsintensief proces, waar veel studie- en rekenwerk aan te pas kwam. Maar het harde werk heeft vruchten afgeworpen. Het FANC heeft nu in een brief aan NIRAS laten weten dat alle vragen die in deze fase behandeld moesten worden, beantwoord zijn. NIRAS zal nu het veiligheidsdossier reviseren door alle antwoorden in het omvangrijke dossier te verwerken.
Openbaar onderzoek
Het FANC zal het dossier na controle voorleggen aan de Wetenschappelijke Raad, die advies uitbrengt over de uitreiking van vergunningen voor nieuwe nucleaire installaties. Na een eerste positief advies legt het dossier nog een heel traject af. Zo volgt er een officieel openbaar onderzoek in de omliggende gemeenten. De inwoners van Dessel, Mol, Retie, Kasterlee en Geel krijgen de kans om het dossier in te kijken en opmerkingen te formuleren. Ook de Provincie en de Europese Commissie zullen gehoord worden. Tot slot zal de Wetenschappelijke Raad een definitief advies uitspreken. Als het hele proces vlot verloopt, kan de vergunning in 2019 per koninklijk besluit uitgereikt worden.
De vragen en antwoorden kunnen online worden geraadpleegd.
Evaluatie ontwerp nieuw opslaggebouw voor radioactief afval
In het voorjaar van 2013 werden tijdens een routinecontrole in een opslaggebouw voor laagactief afval bij Belgoprocess in Dessel vaten met gelvorming ontdekt. Hoewel de veiligheid van de medewerkers, de omwonenden en de omgeving nooit in gevaar was, stelde NIRAS een actieplan op voor het verdere beheer van de aangetaste vaten, zowel op korte, middellange als lange termijn.
Nieuwe inzichten
Het actieplan voorzag onder meer in het optrekken van een nieuw opslaggebouw, waarin alle vaten met mogelijke gelvorming zouden worden ondergebracht. Het concept en de kostenberekening voor dat gebouw zijn intussen klaar, maar het inspectie- en onderzoeksprogramma leverde ook nieuwe inzichten op. Op basis van die nieuwe kennis maken NIRAS en Belgoprocess momenteel een evaluatie om het concept van het opslaggebouw te optimaliseren.
Zo blijkt bijvoorbeeld dat het risico op gelvorming groter is bij sommige afvalfamilies dan bij andere. Het is dus misschien niet noodzakelijk om alle vaten op te volgen in een speciaal uitgerust gebouw met hoogtechnologische monitoringtechnieken. Om efficiënt en verantwoord om te gaan met de beschikbare ruimte en de financiële middelen, bekijken NIRAS en Belgoprocess dit voorjaar hoe het ontwerp van het gebouw geoptimaliseerd kan worden.
NIRAS stelt een beleidsoplossing voor het hoogactieve en/of langlevende afval voor
Hoogactief en/of langlevend afval ontstaat bij nucleaire activiteiten en moet gedurende honderdduizenden jaren afgezonderd worden van mens en milieu. Momenteel ligt zo’n 4300 m³ afval van dat type veilig opgeslagen op de site van Belgoprocess in de gemeente Dessel. Hoewel de veiligheid van dit soort opslag nog tientallen jaren gegarandeerd kan worden, biedt het geen duurzame oplossing op zo’n lange termijn. Het zou niet gepast zijn om de lasten van het afvalbeheer af te wentelen op de generaties die na ons komen. Het is ook belangrijk dat de gemeenten waar het afval en de verbruikte splijtstoffen momenteel opgeslagen liggen weten hoe lang dit nog zal duren. Daarom is een duurzame oplossing noodzakelijk.
Marc Demarche, directeur-generaal van NIRAS: “Dit voorstel van beleid past naadloos binnen ons duurzaam afvalbeheer, dat steunt op veiligheid, techniek, financiën en ethiek als evenwaardige pijlers. Het is een belangrijke mijlpaal om te komen tot een duurzame oplossing voor het hoogactieve en/of langlevende afval in België. Als de regering het beleidsvoorstel bekrachtigt, kan NIRAS een maatschappelijk proces opstarten samen met alle geïnteresseerden om de oplossing te implementeren conform de wettelijke bepalingen. Volgens deze bepalingen moet de oplossing onder meer de omkeerbaarheid en terugneembaarheid kunnen garanderen. Het is voor ons cruciaal dat de oplossing gedragen wordt door alle belanghebbenden.”
Veiligheid is primordiaal
De berging van hoogradioactief afval in een diepe geologische laag die al miljoenen jaren stabiel is, wordt internationaal als de enige veilige optie beschouwd. In overeenstemming met die internationale aanbeveling stelt NIRAS voor om het hoogactieve en/of langlevende afval in een installatie diep onder de grond te bergen. Zodra de federale regering, na advies van het FANC, een nationaal beleid zal hebben goedgekeurd, zal NIRAS het ontwikkelen. Omdat de bescherming van mens en milieu in dit project primordiaal is, zal de installatie moeten voldoen aan de veiligheidsvoorschriften en steunen op diepgaand wetenschappelijk onderzoek. NIRAS zal rekening houden met veiligheid, milieu, technische, financiële, ethische en maatschappelijke factoren.
Een complex project zoals dit kan geen succes hebben zonder een maatschappelijk draagvlak. NIRAS wil daarom een constructieve dialoog voeren met alle belanghebbenden, zoals het FANC, de producenten, overheden, middenveldorganisaties, burgers ... Er zal een gestructureerd overlegmodel uitgetekend worden, met duidelijke rollen en verantwoordelijkheden voor alle belanghebbenden. NIRAS heeft reeds ervaring verworven in het kader van het oppervlaktebergingsproject voor het laag- en middelactieve kortlevende afval. Via een uniek inspraak- en participatiemodel betrekt NIRAS de lokale bevolking nauw bij dit bergingsproject. De inwoners van Dessel en Mol hebben de installatie mee ontworpen en tal van maatschappelijke projecten zorgen voor een breed lokaal draagvlak.
Gefaseerd traject
Volgens het voorstel van NIRAS zal de concrete realisatie van een bergingsinstallatie voor het hoogactieve en/of langlevende afval op een bepaalde locatie het eindpunt zijn van een lang gefaseerd traject, dat verschillende tussentijdse beslissingen zal omvatten, zoals de keuze van een gastgesteente, de bepaling van de modaliteiten van omkeerbaarheid, terugneembaarheid en monitoring ... Het hele proces om te komen tot een locatie zal nog meerdere decennia in beslag nemen.
Dit voorstel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval is het principe van het geologische-bergingssysteem op Belgisch grondgebied. Het geologische-bergingssysteem is het geheel bestaande uit het radioactieve afval, de kunstmatige barrières en de bijbehorende natuurlijke barrières, namelijk de geologische gastformatie en de geologische omgeving ervan.
Veilig in 1-2-3: wat te doen bij een nucleair ongeval?
PERSBERICHT VAN STORA, MONA, NIRAS, GEMEENTEBESTUUR DESSEL & GEMEENTEBESTUUR MOL
De kans op een ernstig nucleair ongeval in België is heel erg klein. Maar dat neemt niet weg dat het verstandig is om voorbereid te zijn. Nucleaire noodplanning is in de eerste plaats een bevoegdheid van de federale overheid, maar ook burgers kunnen zich voorbereiden. Weet u wat te doen bij een nucleair incident? Er zijn drie gouden regels:
1. Ga naar binnen en blijf binnen.2. Sluit ramen, deuren en zet de ventilatie uit.3. Volg de instructies van de overheid op radio, televisie en internet.
Lokale campagne
Zo’n informatiecampagne is wel degelijk noodzakelijk, zo blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Antwerpen, uitgevoerd in opdracht van NIRAS, STORA (Dessel), MONA (Mol) en de lokale gemeentebesturen. Mark Loos, lid van de werkgroep noodplanning: ”Een derde van de 437 bevraagde inwoners bleek geen enkele van de reflexmaatregelen te kennen. Het zijn nochtans vrij eenvoudige regels die je best spontaan opvolgt wanneer je gealarmeerd wordt over een nucleair incident.”
Om daar verandering in te brengen, beslisten de partnerschappen samen met NIRAS en de gemeenten Dessel en Mol om de federale boodschap lokaal een duw in de rug te geven met een eigen campagne. In een campagnefilmpje - dat zich afspeelt in Mol en Dessel - worden de drie reflexmaatregelen geïllustreerd.
Digitale scheurkalender
De initiatiefnemers willen ook extra aandacht besteden aan jonge inwoners. “Voor de derde graad lager onderwijs ontwikkelen we een digitale scheurkalender. Via filmpjes, raadsels en creatieve opdrachten krijgen de leerlingen de reflexmaatregelen onder de knie.” Kinderen zijn niet alleen een belangrijke doelgroep, ze zijn ook goede ambassadeurs om de boodschap uit te dragen naar familieleden.
Berging voor radioactief afval
De lokale informatiecampagne en het onderzoek van de UAntwerpen volgt uit één van de voorwaarden die gesteld werden ter aanvaarding van de toekomstige oppervlakteberging voor laag- en middelactief kortlevend afval in Dessel. MONA en STORA vroegen NIRAS initiatieven te nemen voor het optimaliseren van de lokale nucleaire noodplanning. Het goed informeren van inwoners uit de streek is daarvan een onderdeel.
Contactpersoon: Mark Loos
Vrijwilliger bij MONA en lid van de werkgroep noodplanning Tel.: 014 31 27 91 – gsm: 0496 804 958
Wat is STORA?
STORA vzw staat voor ‘Studie en Overleg Radioactief Afval Dessel’. Het is een partnerschap tussen de gemeente Dessel en NIRAS. Sinds de beslissing om het laag- en middelactieve kortlevende afval te bergen in Dessel, waakt STORA erover dat de voorwaarden die de Desselaars gesteld hebben om de bergingsinstallatie te accepteren, uitgevoerd worden. Daarnaast informeert STORA de Desselaars over alle nucleaire zaken in de gemeente.
Wat is MONA?
MONA vzw is het Mols Overleg Nucleair Afval, een partnerschap tussen de gemeente Mol en NIRAS. De leden werken samen om de bevolking van Mol een stem te geven in de nucleaire problematiek. Niet alleen het oppervlaktebergingsproject, maar ook de andere nucleaire activiteiten in de regio worden door MONA van nabij gevolgd. Ook de Molse voorwaarden worden opgenomen.
NIRAS ijvert voor opstart maatschappelijke dialoog over oplossing hoogactief en/of langlevend afval
De opdracht van NIRAS bestaat erin duurzame oplossingen te ontwikkelen voor alle types radioactief afval in België. Die oplossingen moeten veilig, technisch-wetenschappelijk onderbouwd, financieel verantwoord en ook maatschappelijk en ethisch aanvaard zijn. De afvalproducenten moeten daarvoor de nodige financiële middelen ter beschikking stellen, nu en in de toekomst. Met de inventaris van de nucleaire passiva beschikt NIRAS over een uitstekend instrument om de kosten van het afvalbeheer en de ontmanteling van de nucleaire installaties te evalueren en na te gaan of die financiële middelen worden aangelegd.
In de nieuwe vijfjaarlijkse inventaris ligt de raming van de nucleaire kostprijs 25 procent hoger dan in de vorige inventaris (2008-2012). Die stijging is vooral te wijten aan de hogere kosten voor de ontmanteling van de kerncentrales, de toename van de hoeveelheid verbruikte splijtstof door de bijkomende exploitatiejaren en de hogere kosten voor het afvalbeheer zelf.Om de raming betrouwbaar te maken, moeten alle kosten gekend zijn, ook die verbonden aan het beheer van het afval op lange termijn. In tegenstelling tot het laag- en middelactieve kortlevende afval, dat geborgen zal worden in een bovengrondse bergingsinstallatie in Dessel, staat de langetermijnoplossing voor hoogactief en/of langlevend afval nog niet vast.
Hoogactief en/of langlevend afval ondergronds bergen
Hoogactief en/of langlevend afval moet gedurende honderdduizenden jaren afgeschermd worden van mens en milieu. Daarom stelt NIRAS voor om het afval diep onder de grond te bergen, in een bodemsamenstelling die al miljoenen jaren stabiel is. Dat beleidsvoorstel is gebaseerd op internationale aanbevelingen en werd door NIRAS op 15 februari 2018 ingediend bij haar voogdijministers. Ook het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) beaamt dat ondergrondse berging de enige veilige optie is. Om die oplossing te kunnen uitvoeren, is een omzichtig en stapsgewijs besluitvormingsproces noodzakelijk.
Dat proces zal worden ontwikkeld met alle geïnteresseerden en rekening houden met alle wettelijke bepalingen. Die stellen onder meer dat de oplossing omkeerbaar moet zijn en dat het mogelijk moet blijven om het afval gedurende een afgesproken periode uit de ondergrondse bergingsinstallatie terug te nemen. Zo kan het afvalbeheer aangepast worden aan de evoluerende wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten.
In tegenstelling tot hoogactief en/of langlevend afval moet laag- en middelactief kortlevend afval gedurende enkele honderden jaren afgeschermd worden van mens en milieu. NIRAS zal daarvoor in de Antwerpse Kempen, in Dessel, betonnen bovengrondse modules bouwen, waarin het afval geborgen zal worden. Als al het afval geborgen is, worden de modules afgedekt en als twee groene heuvels in het landschap geïntegreerd.
Voor de bouw van de installatie is het nog wachten op de nucleaire vergunning. Eind vorig jaar liet het FANC via een brief aan NIRAS weten dat alle vragen over het veiligheidsdossier die in deze fase behandeld moesten worden, beantwoord zijn. Een belangrijke mijlpaal, maar het werk is nog niet af. Pas nadat alle antwoorden zijn verwerkt in het 20.000 pagina’s tellende veiligheidsdossier kan de officiële procedure voor het verkrijgen van een vergunning starten. Volgens de huidige planning wordt de nucleaire vergunning tegen 2019 verwacht. De werken die niet afhankelijk zijn van die vergunning worden dit jaar al opgestart. Dit project gaat gepaard met een investering van 250 M€ en zal gedurende enkele jaren werk bieden aan meer dan 200 mensen.
Maatschappelijk gedragen oplossingen
Het oppervlaktebergingsproject in Dessel kwam tot stand via een unieke samenwerking tussen NIRAS en de inwoners van Dessel en Mol. De lokale bevolking staat sinds de opstart van het project mee aan het roer, wat zorgde voor een breed lokaal draagvlak. Ze hebben de installatie mee ontworpen en voorwaarden gesteld om de berging te aanvaarden. Deze voorwaarden worden nu een voor een vervuld via concrete projecten, zoals een Lokaal Fonds, een gezondheidsopvolging en een communicatiecentrum.
Ook voor de toekomstige bergingsinstallatie voor hoogactief en/of langlevend afval zal NIRAS een zorgvuldig en gefaseerd besluitvormingsproces ontwikkelen om een maatschappelijk draagvlak tot stand te brengen. Samen met alle betrokkenen – de veiligheidsautoriteit, de overheid, de nucleaire industrie, middenveldorganisaties en geïnteresseerde burgers – zal NIRAS dat proces uitwerken. Ze zal onderzoeken welke bekommernissen er leven bij de bevolking en hoe ze de besluitvorming zo kan organiseren dat iedereen zich erin kan vinden.
Marc Demarche:
“Het beheer van radioactief afval is een onderwerp dat de hele Belgische bevolking aanbelangt. Zonder maatschappelijk draagvlak is zelfs de meest robuuste technische oplossing onhaalbaar. Alle stakeholders moeten zich bewust zijn van hun betrokkenheid bij het vinden van een oplossing voor dit afval dat er nu eenmaal is. NIRAS wil alle belanghebbenden informeren en betrekken, zodat iedereen zich kan vinden in een veilige, wetenschappelijk onderbouwde, technische en financieel haalbare oplossing voor deze en alle komende generaties.”