Hoe verloopt het transport van radioactief afval?
Wanneer NIRAS het afval van de producenten geaccepteerd heeft, kan het vervoerd worden naar Dessel. Dat gebeurt volgens strenge veiligheidsvoorschriften, onder onze controle en verantwoordelijkheid. Voor het transport doen we een beroep op gespecialiseerde firma’s die via een overheidsopdracht voor een periode van vier jaar aangesteld worden.
De transportfirma’s moeten beschikken over een erkenning van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) om radioactieve transporten te kunnen uitvoeren op het Belgisch grondgebied. Ze moeten elk transport 48 uur op voorhand melden aan het FANC. En voor ze mogen vertrekken, moeten medewerkers van de dienst voor fysische controle van de afvalproducent de stralingsdosis controleren. Dat gebeurt onder andere aan de buitenkant van de vrachtwagen. Als de straling hoger is dan de toegelaten limietwaarden, vertrekt het transport niet.
Strikte regels
Internationale regelgeving bepaalt dat de stralingsdosis gemeten op het contact met de vrachtwagen nooit de grens van 2 millisievert per uur mag overschrijden. Het afval moet altijd in een gepaste en gecertificeerde verpakking getransporteerd worden, op een manier die de insluiting van de radioactieve stoffen garandeert en er voor zorgt dat mens en milieu afgeschermd worden van de straling. Dat betekent dat de verpakkingen van middel- en hoogactief afval aan strengere eisen moeten voldoen dan die van laagactief afval.
Elk transport moet voorzien worden van de nodige etiketten en markeringen, dat kan bijvoorbeeld de typische gele sticker met het symbool voor radioactiviteit zijn. Daarnaast kunnen er ook bepaalde beperkingen opgelegd worden, bijvoorbeeld een verbod om in bepaalde tunnels te rijden. Hoogst uitzonderlijk geldt er voor bepaalde transporten ook een aangepaste snelheidslimiet.
Inspecties
Als verantwoordelijke voor het transport van nucleair afval, voeren we regelmatig inspecties uit bij producenten vooraleer een transport vertrekt. Daarbij controleren we onder andere of alle nodige documenten aanwezig zijn, of de verpakkingen en het vervoermiddel voorzien zijn van de vereiste signalisatie, en natuurlijk of de dosislimieten gerespecteerd worden. Daarnaast voert ook het FANC, onafhankelijk van ons, geregeld controles uit op radioactieve transporten.
Het afval moet altijd in een gecertificeerde verpakking getransporteerd worden die de insluiting van de radioactieve stoffen garandeert.
Vervoer van laagactief afval
Voor het vervoer van het ruwe, niet-geconditioneerd laagactief afval werken we voornamelijk samen met de firma Transrad. Jaarlijks vinden er gemiddeld zo’n 150 van deze transporten plaats. Dit afval wordt in verschillende soorten verpakkingen getransporteerd, afhankelijk van hoe het verwerkt zal worden.
Voor brandbaar afval worden gestandaardiseerde containers van één kubieke meter gebruikt waarin het afval in afgedichte zakken werd geplaatst, voor het vaste niet-brandbare afval worden 200-litervaten gebruikt en voor het vloeibare afval zijn dat jerrycans van 10 of 20 liter.
Voor grotere hoeveelheden vloeibaar laagactief afval (afkomstig van het nucleair onderzoekscentrum SCK CEN in Mol en van het Europese onderzoeksinstituut Joint Research Centre in Geel) wordt een speciaal daarvoor ontworpen tankwagen van de firma Transnubel gebruikt.
Een grote producent zoals Electrabel verwerkt ook een deel van zijn laagactief afval zelf op zijn sites. Dat afval wordt vervolgens door Electrabel ook gecementeerd (geconditioneerd) in 400-litervaten. Het transport ervan wordt door de firma Transnubel uitgevoerd. Jaarlijks zijn er gemiddeld zo’n tien transporten.
Nieuwe container
Eind 2023 nam Transrad samen met NIRAS een nieuw type container in gebruik. Deze nieuwe high cube IP 2-container (Industrial Package – Industriële verpakking) werd ontworpen om verpakkingen van laagradioactief afval uit Doel en Tihange te vervoeren. De container is iets meer dan 12 meter lang, 2,44 meter breed en 2,89 meter hoog. Het laad- en lossysteem voor het afval gebeurt via twee rails in de vloer van de container. De verpakkingen met radioactief afval worden hierop geplaatst en door de chauffeur in de container geduwd.
Dit systeem is veel ergonomischer, omdat het moeiteloos anderhalve ton verpakkingen met radioactief afval kan verplaatsen. Ook worden de bestuurders minder lang blootgesteld aan radioactiviteit, ook al is deze minimaal.
Vervoer van middel- of hoogactief afval
Voor het vervoer van middel- of hoogactief afval staat de firma Transnubel in, die dit afval zowel in niet- als wel geconditioneerde vorm vervoert. Op vraag van NIRAS werd een innovatieve standaardoplossing ontwikkeld om dit type afval te vervoeren. Namelijk een trailer met twee ingebouwde type B transportverpakkingen (Caroline-R80), die elk geladen kunnen worden met een 400-litervat, en een uitgekiend systeem voor het laden en lossen ervan op afstand.
Het nieuwe transportsysteem werd in 2022 in gebruik genomen en wordt voornamelijk ingezet bij afvalproducenten zoals het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE) en het nucleair onderzoekscentrum SCK CEN. Hiervan gebeuren er jaarlijks heel wat minder transporten, een klein tiental.
Op vraag van NIRAS werd een innovatieve standaardoplossing ontwikkeld om middelactief afval te vervoeren.
Andere ophalingen
In sommige situaties wordt een uitzondering gevraagd op de transportwetgeving, we spreken dan van een special arrangement. De vervoerder moet dan een afzonderlijk dossier indienen bij het FANC, een erg tijdrovende procedure. Daarnaast kan het ook gebeuren dat NIRAS opgeroepen wordt door het FANC voor een dringende ophaling van bijvoorbeeld weesbronnen. Als er gevaar is voor de omgeving, vindt het transport onmiddellijk plaats. Maar dit gebeurt vrijwel nooit.
Gegroepeerd ophalen
Samen met het FANC organiseren we gegroepeerde ophaalcampagnes van radioactief afval bij scholen en apothekers. Deze bronnen zijn heel laagactief, worden allang niet meer gebruikt en komen maar in kleine hoeveelheden voor. Vaak liggen ze stof te vergaren in kelders. In scholen gaat het bijvoorbeeld over radioactieve bronnen die vroeger in de les fysica gebruikt werden. Bij apothekers gaat het over radioactieve stoffen die decennia geleden gebruikt werden, bijvoorbeeld als kleurstof in chemische tests.
Ophalen weesbronnen
Weesbronnen zijn radioactieve materialen van diverse oorsprong, bijvoorbeeld uraniumertsen uit een verzameling mineralen.
Gewone afvalverwerkingsbedrijven, vooral schrootverwerkers, ontdekken regelmatig weesbronnen in hun afvalstromen. Dat zijn radioactieve voorwerpen en materialen van diverse oorsprong, waarvan de eigenaar niet geïdentificeerd kan worden. Meestal zijn de weesbronnen afkomstig van particulieren. Veel voorkomende voorbeelden zijn gebruiksvoorwerpen, zoals een kompas met lichtgevende radiumverf of uraniumertsen uit een verzameling mineralen.
Sinds 2006 werden er meer dan duizend weesbronnen opgehaald. Het overgrote deel daarvan is laagactief afval. Sinds enkele jaren worden er almaar minder weesbronnen gedetecteerd. De verwachting is dat die trend zich de komende jaren zal verderzetten, aangezien radioactieve gebruiksvoorwerpen vandaag gelukkig niet meer verkrijgbaar zijn en collecties van mineralen afnemen.
Terugkeertransporten
In de jaren zeventig sloot Synatom (verantwoordelijk voor het beheer van de splijtstoffen in ons land) contracten af om zo’n 630 ton verbruikte splijtstof van de kerncentrales van Doel en Tihange te laten opwerken in het Franse La Hague. Bij opwerking wordt het nog bruikbare splijtbaar materiaal afgescheiden van de resterende afvalstoffen. Het radioactieve afval dat daarbij ontstond moest evenwel terugkeren naar België.
Daarbij ging het om drie types van middel- en hoogactief afval die gedurende drie periodes terug naar ons land vervoerd werden. Het transport verliep grotendeels via het spoor.
Terugkeer 2000-2007: verglaasd hoogactief afval (14 transporten).
Terugkeer 2010-2013: gecompacteerd middelactief afval (9 transporten).
Terugkeer 2017-2018: verglaasd middelactief afval (2 transporten).
Ook de terugkeertransporten hadden als bestemming Belgoprocess, waar de afvalvaten veilig opgeslagen liggen in afwachting van eindberging.
In de jaren negentig werden 240 brandstofelementen van de BR2-onderzoeksreactor van het nucleair onderzoekscentrum SCK CEN in Mol voor opwerking naar Dounreay in Schotland gestuurd. Het radioactieve afval dat daarbij ontstond, moest na conditionering ook terugkeren naar België. Concreet ging het over verglaasd middel- of hoogactief afval en over gecementeerd middelactief afval. Tussen 2013 en 2014 vond er 21 terugkeertransporten plaats met in totaal 123 afvalvaten.
Nadat de opwerkingsactiviteiten in Dounreay stopgezet werd, sloot SCK CEN in 1997 een contract om zijn brandstofelementen te laten opwerken in La Hague. De terugkeertransporten hiervan verliepen samen met die van Synatom.
Al deze terugkeertransporten hadden als bestemming Belgoprocess in Dessel, waar de afvalvaten veilig opgeslagen liggen in afwachting van een definitieve eindbestemming.
Radioactieve stoffen
Voor het vervoer van radioactieve stoffen (niet te verwarren met radioactief afval) is het FANC bevoegd. Het overgrote deel van deze radioactieve stoffen is bestemd voor medische en onderzoeksdoeleinden, maar een klein deel is voor nucleair en industrieel gebruik. Aangezien België een belangrijk transitland is, gaan er ook heel wat internationale transporten van radioactieve stoffen over ons grondgebied. Jaarlijks vinden in ons land ongeveer 40.000 transporten met radioactieve stoffen plaats, dat zijn er veel, veel meer dan van radioactief afval.
Hoe, waar en waarom wordt het radioactieve afval verwerkt?
Wanneer het ruwe radioactieve afval toegekomen is, kan het verwerkt worden. Bedoeling is om het volume van het afval te verkleinen en daarna de overblijvende radioactieve stoffen vast te zetten en in te sluiten in afvalvaten. Zo ontstaat een stabiel en veilig eindproduct dat klaar is om naar de opslaggebouwen te gaan in afwachting van een eindberging.
Lees meerLaatst aangepast 22/04/2025