Waarom maakt NIRAS een inventaris van radioactief afval op?

Inventaris radioactief afval

Elk jaar maakt NIRAS een kwantitatieve en kwalitatieve inventaris op van het bestaande radioactieve afval en het toekomstige afval dat op korte, middellange en lange termijn geproduceerd zal worden. Bestaand afval is afval dat nog verwerkt en geconditioneerd moet worden, maar ook geconditioneerd afval dat bestemd is voor eindberging. Toekomstig afval wordt ingeschat op basis van prognoses van de producenten, rekening houdend met de lopende of geplande ontmantelingsactiviteiten.

Deze inventaris radioactief afval (kortweg IRA) somt niet alleen de hoeveelheden en volumes afval op, maar ook hun gemiddelde radiologische kenmerken en hun chemische samenstelling. De hoeveelheden worden altijd uitgedrukt per familie en per jaar, zowel voor het verleden als voor de toekomst. Voor geconditioneerd afval worden die hoeveelheden uitgedrukt in het aantal ‘colli’, dat wil zeggen het aantal vaten geconditioneerd afval. Voor niet-geconditioneerd afval is dat ton of kilogram voor brandbaar afval, stuks voor onder meer radioactieve bronnen van ziekenhuizen, of kubieke meter voor andere soorten afval.

Afvalfamilies

Al het afval in de inventaris wordt onderverdeeld in families. Afval van dezelfde familie heeft dezelfde oorsprong, soortgelijke kenmerken (fysisch, chemisch, radiologisch ...) en is bestemd voor dezelfde oppervlakte- of diepe-bergingsinstallatie.

Drie grote types van families

Er bestaan drie grote types van families. Afgesloten families groeperen afval waarvan de productie definitief is stopgezet. Een voorbeeld zijn de verglaasde vloeistoffen van Eurochemic – de voormalige opwerkingsfabriek voor verbruikte splijtstof in Dessel, die geëxploiteerd werd van 1957 tot 1974. Daarna komen de gewone families, met afval dat nu nog wordt geproduceerd. Voorbeelden zijn radioactieve bronnen van ziekenhuizen die niet meer gebruikt worden of beschermende kledij van kerncentrales. Tot slot zijn er de toekomstige families: daar gaat het om afval dat nog niet geproduceerd is. Denk maar aan verbruikte splijtstoffen die in de kerncentrales opgeslagen liggen en nog niet als afval gecategoriseerd zijn, of aan middelactief vloeibaar afval van diverse producenten.

De inventaris stelt ons in staat om onze activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie (RD&D) in de juiste richting te sturen.

De methodiek

Onze prognoses zijn gebaseerd op de gegevens die de producenten ons meedelen. Geconventioneerde grote en kleine producenten (die een overeenkomst voor het beheer van hun afval hebben afgesloten met NIRAS) vullen op geregelde tijdstippen een vragenlijst in. Dat doen ze ook wanneer er zich een belangrijke evolutie voordoet, zoals bij de verlenging van de levensduur van bepaalde kernreactoren. Voor niet-geconventioneerde kleine producenten baseren we ons op de statistieken van de afgelopen vijf jaar. De gegevens over het niet-geconditioneerde afval dat bij Belgoprocess opgeslagen is, worden jaarlijks bijgewerkt. De gegevens over de ontmanteling van de kerncentrales van Doel en Tihange worden om de drie jaar verstrekt. We controleren de antwoorden op volledigheid, coherentie en juistheid. Daarna worden ze opgenomen in een centrale database die wij beheren.

Een essentieel hulpmiddel

De IRA is essentieel voor veel taken die verband houden met onze missie: het beheer van radioactief afval. De inventaris stelt ons met name in staat om onze activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie (RD&D) in de juiste richting te sturen: beschikken we over alle technieken om dit afval te verwerken, of is er meer onderzoek nodig?

Ook voor het dagelijkse beheer van het nucleaire afval is de IRA noodzakelijk: hebben we genoeg ruimte om het afval op te slaan voordat het definitief geborgen wordt, of zijn er nieuwe gebouwen nodig? De inventaris dient ook om de capaciteit van de toekomstige oppervlakte- en diepe-bergingsinstallaties te berekenen, en dus om hun bouw- en exploitatiekosten te ramen.

Laatst aangepast 22/04/2025