Hoe wordt het beleid bepaald voor het langetermijnbeheer van radioactief afval?
Het beheer van radioactief afval is een nationale verantwoordelijkheid, die zich inschrijft binnen een internationaal kader. Essentieel hierbij is de Europese richtlijn 2011/70/Euratom (omgezet in Belgisch recht in 2014) die stelt dat elk land zelf verantwoordelijk is voor het veilig beheer van al haar radioactieve afval.
De richtlijn bepaalt dat dit afval geborgen moet worden in de lidstaat waar het geproduceerd is, tenzij landen samen zouden werken aan een gezamenlijke berging. Het bergen moet gebeuren in een bergingsinstallatie zonder dat het de bedoeling is om het afval terug te nemen, al moet dit wel mogelijk zijn gedurende een beperkte periode. De langetermijnveiligheid moet daarbij op passieve wijze verzekerd worden, dat wil zeggen dat verder menselijk ingrijpen niet meer noodzakelijk is.
Verder legt de richtlijn de lidstaten van de Europese Unie ook een reeks belangrijke verplichtingen op. Zoals het vaststellen van Nationale Beleidsmaatregelen voor de verschillende afvalcategorieën, het opstellen van een Nationaal Programma en het indienen van een driejaarlijks Nationaal Verslag aan de Europese Commissie.
Nationale Beleidsmaatregel
Het is de taak en verantwoordelijkheid van NIRAS om voor het langetermijnbeheer van elke afvalcategorie een voorstel van Nationale Beleidsmaatregel over te maken aan de federale regering zodat deze een beslissing kan nemen. Dat gebeurt onder andere via een ontwerpplan waarin concreet uitgelegd wordt welke vorm van eindberging naar voren geschoven wordt en waarom.
Dit ontwerpplan wordt eerst onderworpen aan een milieueffectbeoordeling (oftewel een SEA, Strategic Environmental Assessment). Daarin wordt de mogelijke impact van het ontwerpplan op mens en milieu beoordeeld volgens een structureel wettelijk kader. De volgende stap is een nationale raadpleging over zowel het ontwerpplan als de milieueffectbeoordeling. Tegelijkertijd worden ook het FANC en de officiële instanties geraadpleegd (de drie gewestregeringen, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en het Adviescomité SEA).
Na de raadpleging bekijkt NIRAS op basis van de reacties en adviezen of ze haar ontwerpplan moet aanpassen vooraleer het aan de regering over te maken die dan een finale beslissing kan nemen in de vorm van een Nationale Beleidsmaatregel. Deze wordt bij koninklijk besluit vastgesteld, na overleg in de federale ministerraad, op voorstel van NIRAS en na advies van de veiligheidsautoriteit FANC.
Laag- en middelactief kortlevend afval
De beslissing van de federale regering om al het laag- en middelactief kortlevende afval te bergen in een oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel dateert van 23 juni 2006. Deze beleidsbeslissing werd al genomen voor er sprake was van de Europese richtlijn, die de verplichting van Nationale Beleidsmaatregel invoerde.
Hoogactief en/of langlevend afval
Voor het langetermijnbeheer van het hoogactieve en/of langlevende afval werd het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel vastgelegd met het koninklijk besluit (KB) van 28 oktober 2022. Dit KB legt de principebeslissing voor diepe of geologische berging in België vast, maar neemt nog geen beslissing over de concrete modaliteiten van deze berging. Het preciseert dus nog niet waar, hoe en wanneer de diepe berging uitgevoerd zal worden. Wel bepaalt het KB dat de voorbereiding van de beslissingen op een transparante en participatieve wijze moet verlopen volgens een stapsgewijs proces, waarbij eerder genomen beslissingen telkens opnieuw bevestigd moeten worden (en dus ook omkeerbaar zijn).
Radioactief radiumhoudend afval
Voor het langetermijnbeheer van het radioactieve radiumhoudende afval is er nog geen Nationale Beleidsmaatregel. De eerste stappen hiervoor, zoals een nationale raadpleging, werden wel al gezet.
Nationaal Programma
NIRAS werkt heel actief mee aan het opstellen van het Nationaal Programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Dit programma legt onder andere vast hoe de Nationale Beleidsmaatregelen omgezet worden in concrete beheeroplossingen, wat de vooruitgang op een bepaalde datum is en wat de toekomstige behoeften voor onderzoek, opslag- of bergingsinstallaties zijn.
Het Nationaal Programma wordt regelmatig bijgewerkt en telkens als een Nationale Beleidsmaatregel aangenomen of gewijzigd wordt. De eerste uitgave van het Nationaal Programma beschrijft de bestaande toestand op 31 december 2014, de tweede uitgave dat op 31 december 2022. De goedkeuring ervan gebeurt via ministerieel besluit, nadien wordt het ter kennis gebracht van de Europese Commissie. Het Nationaal Programma wordt opgesteld door het Comité van het Nationaal Programma, bestaande uit vertegenwoordigers van de FOD Economie, NIRAS en Synatom, met advies van het FANC.
ARTEMIS-missies
De Europese Richtlijn 2011/70/Euratom legt de verplichting op om tenminste elke tien jaar een zelfevaluatie en een internationale collegiale toetsing uit te voeren. Hiervoor heeft het IAEA de ARTEMIS-missie ontwikkeld. ARTEMIS staat voor Integrated Review Service for Radioactive Waste and Spent Fuel Management, Decommissioning and Remediation.
Tijdens een ARTEMIS-missie wordt onder andere het Nationaal Programma getoetst aan de veiligheidsnormen van het International Atomic Energy Agency (IAEA) en de goede praktijken op internationaal vlak. Zo’n missie biedt suggesties en aanbevelingen van een internationaal team van onafhankelijke specialisten, dat door het IAEA samengesteld is. Het is de federale overheid die een ARTEMIS-missie aanvraagt en de scope van de missie varieert naargelang de behoeften en vereisten. De eerste missie vond plaats eind 2023. De conclusies van het eindrapport onderstreepten twee Belgische ‘goede praktijken’ die verder gaan dan de gebruikelijke veiligheidsnormen, zodanig zelfs dat ze een nieuwe referentie vormen.
Tijdens een ARTEMIS-missie wordt onder andere het Nationaal Programma getoetst aan de veiligheidsnormen en de goede praktijken op internationaal vlak.
Nationaal Verslag
Elke drie jaar moet België, net als de andere lidstaten, een Nationaal Verslag voorleggen aan de Europese Commissie. Dit verslag beschrijft hoe de verplichtingen uit de Europese richtlijn van 2011 uitgevoerd worden: het beschrijft de situatie op een bepaalde datum, schetst de belangrijkste recente ontwikkelingen en de grootste uitdagingen. Het Nationaal Verslag evalueert onder andere het behalen van de mijlpalen vastgelegd in het Nationaal Programma voor de implementatie van de Nationale Beleidsmaatregelen. De coördinatie van het Nationaal Verslag is toevertrouwd aan NIRAS. Tot nu toe werden er vier edities gepubliceerd.
Hoe wordt het langetermijnbeheer van het hoogactieve en/of langlevende afval voorbereid?
Met haar koninklijk besluit van 2022, legde de federale regering een eerste belangrijke wettelijke basis voor de diepe berging van het hoogactieve en/of langlevende afval. Maar vooraleer een diepebergingsinstallatie gerealiseerd kan worden, zullen er nog heel wat stappen genomen moeten worden.
Maatschappelijk debat over het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval
In 2023-24 vond het breed maatschappelijk debat 'Nu voor Morgen' plaats over het langetermijnbeheer van het hoogactieve en/of langlevende afval. Het participatieve proces bracht diverse groepen deelnemers op verschillende momenten samen. Bedoeling was om de ideeën, meningen, argumenten en aanbevelingen te verzamelen die binnen de samenleving leven. In het eindrapport kwamen drie essentiële voorwaarden naar voor rond het verdere besluitvormingsproces voor diepe of geologische berging.
Hoe kwam het beleid voor de oppervlakteberging tot stand?
Begin jaren negentig vertrok NIRAS nog van een zuiver technische en wetenschappelijke benadering om een geschikte bergingssite te vinden voor het laag- en middelactieve kortlevende afval. Maar geen enkele gemeente wou het afval aanvaarden en we gooiden het roer om. Na een uniek participatieproces met inspraak van de lokale bevolking besliste de federale regering in 2006 dat het afval geborgen zou worden in Dessel.
Welke voorwaarden stelden Dessel en Mol om een bergingsinstallatie te aanvaarden?
Na een participatief traject van meerdere jaren stelden de gemeenten Dessel en Mol hun voorwaarden om een bergingsinstallatie voor radioactief afval op hun grondgebied te aanvaarden. Hoewel de oppervlaktebergingsinstallatie enkel in Dessel gerealiseerd wordt, engageerde NIRAS zich om de maatschappelijke voorwaarden van beide partnerschappen te realiseren. Deze meerwaardeprojecten dragen op korte en lange termijn bij tot het welzijn en de welvaart van de regio.
Een eerste stap naar diepe berging van hoogradioactief en/of langlevend afval in België
Diepe berging
Op 22 november 2022 werd een koninklijk besluit gepubliceerd dat de principebeslissing bekrachtigt voor diepe berging op Belgisch grondgebied, zoals aanbevolen door NIRAS.
Lees meerLaatst aangepast 22/04/2025