Hoe zal de oppervlaktebergingsinstallatie eruitzien?

Future installation de stockage en surface

De voorbereidende werken voor de oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel zijn gestart in 2024. Binnen enkele jaren zal het eerste radioactieve afval er veilig en voorgoed geborgen kunnen worden. Het is de eerste keer dat in ons land een bergingsinstallatie voor nucleair afval gebouwd wordt.

Oppervlakteberging heeft als doel het radioactieve afval af te zonderen en de radionucliden in te sluiten, zodat het afval zowel vandaag als in een verre toekomst geen risico vormt voor mens en milieu. Tijdens de verschillende levensfases zullen de installatie en de omgeving bewaakt en gemonitord worden. Zo’n 350 jaar na de start van het bergen is het monitoren niet meer noodzakelijk (maar wel nog mogelijk). De installatie is namelijk opgevat als een passief systeem: toekomstige generaties hoeven dan niet meer tussen te komen om de veiligheid te verzekeren.

Betonnen bunkers

De bergingsinstallatie bestaat uit verschillende modules, dat zijn betonnen bunkers met dikke wanden en vloerplaten in gewapend beton van 70 centimeter dik. Een module biedt plaats aan zo’n 900 monolieten, is 11 meter hoog en meet zo’n 25 bij 27 meter. De modules worden gebouwd op een ophoging: een grindlaag van 60 centimeter met daarop een mengsel van zand en cement van 2 meter dik. Zo staan ze altijd boven het waterniveau en zijn ze beschermd tegen opstijgend vocht. Om de modules te beschermen tegen de weersomstandigheden worden ze afgedekt met een stalen dak tijdens de exploitatie. Op termijn wordt dit dak vervangen door de permanente afdekking.

 We schatten dat er 34 bergingsmodules nodig zullen zijn om al het afval te bergen en dat dit proces zo’n 50 jaar zal duren. De bouw zal in twee fases verlopen: 20 modules in de eerste zone en 14 in de tweede zone, telkens over twee rijen verdeeld. Daarbij moet er niet gewacht worden met de voltooiing van de eerste 20 modules om te beginnen met het bergen. Concreet bestaat het huidige plan erin om, als de eerste 8 modules volledig gebouwd en in dienst gesteld zijn, te beginnen met het vullen van de eerste 4 modules.

De bergingsinstallatie bestaat uit verschillende modules: betonnen bunkers met dikke wanden en vloerplaten in gewapend beton.

Per vier opvullen

De modules van de bergingsinstallatie zullen per vier opgevuld worden. De plaats die een monoliet inneemt wordt op voorhand bepaald, onder andere op basis van zijn stralingsactiviteit. Bedoeling is om de bergingsinstallatie qua radioactiviteit zo homogeen mogelijk op te vullen. Ook plaatsen we de monolieten met het hoogste stralingsniveau centraal in een module, afgeschermd door monolieten met een lager stralingsniveau.

De monolieten worden een per een vervoerd naar de bergingsmodules via een op afstand bestuurde trolley. Vervolgens nemen we met een rolbrug de monoliet van de trolley en plaatsen we die op de juiste plek in de module. Tijdens het vullen biedt het stalen dak boven de modules bescherming tegen de weersomstandigheden. Wanneer een module gevuld is met monolieten vullen we de resterende lege ruimtes op met grind en sluiten we deze af met een betonnen dekplaat.

Robuust en veilig

De berging werd zo ontworpen dat ze bestand is tegen incidenten en extreme weersomstandigheden zoals grote hittegolven, zware sneeuwval, hevige windstoten en tornado’s. Ze is bestand tegen aardbevingen en bij overstromingen zal het water nooit hoger komen dan de onderkant van de bergingsinstallatie. Uit alle veiligheidsevaluaties blijkt dat het concept van de berging robuust en veilig is, zowel op korte als op lange termijn.

De voorwaarde van terugneembaarheid zit ingebakken in het ontwerp van de bergingsinstallatie. Dat betekent dat het mogelijk is om het geborgen afval tot het einde van de reglementaire controlefase (300 jaar na het einde van het bergen) in alle veiligheid terug te nemen. Wel zal het effectief terugnemen van het afval steeds moeilijker worden naarmate de bergingsinstallatie haar definitieve vorm aanneemt.

Twee groene heuvels

Wanneer alle modules in een zone gevuld en structureel gesloten zijn, vervangen we na verloop van tijd het stalen dak door een permanente afdekking bestaande uit verschillende natuurlijke en kunstmatige beschermingslagen. De 5 meter dikke afdekking zorgt ervoor dat de installatie gedurende vele honderden jaren intact blijft. Uiteindelijk ontstaan er in het landschap 2 groene heuvels of tumuli van ongeveer 20 meter hoog, die mooi in de omgeving geïntegreerd zijn.

  1. De bovenste biologische laag (1,3 meter) bevordert de plantengroei. Dat is belangrijk om erosie te voorkomen en om een groot deel van het regenwater te verdampen.

  2. De bio-intrusiebarrière met grote hoekige stenen (1,4 meter dik) beschermt de onderliggende lagen tegen erosie en verhindert dat gravende dieren en plantenwortels de onderliggende infiltratiebarrière verstoren.

  3. De infiltratiebarrière bestaat uit kleilagen (1,5 meter) en belet quasi volledig dat er water doorsijpelt naar de modules.

  4. De zandlaag (25 centimeter) zorgt er vervolgens voor dat kleine hoeveelheden water die toch doorgesijpeld zouden zijn, afgevoerd worden.

  5. Tot slot vormt de ondoorlatende vezelversterkte betonnen topplaat (70 centimeter) de tweede infiltratiebarrière van de afdekking.

 

De 5 meter dikke en permanente afdekking bestaat uit verschillende natuurlijke en kunstmatige beschermingslagen.

Verschillende levensfases

Het hele bergingsproject bestaat uit verschillende levensfases.

  • Exploitatiefase (jaar 0-95)

Tijdens de exploitatie bergen we de monolieten met nucleair afval een voor een in de bergingsmodules. We schatten dat het bergen van het afval 50 jaar zal duren. Eens dit achter de rug, verwijderen we het stalen dak en plaatsen we de permanente afdekking. We blijven de bergingsinstallatie en de ruime omgeving van nabij opvolgen.

  • Sluitingsfase (jaar 95-100)

Zo’n 95 jaar nadat de eerste monolieten geborgen zijn, begint de sluitingsfase. We vullen zowel de inspectiegalerij als de inspectieruimte en het drainagesysteem op. De bergingsinstallatie krijgt zo haar finale vorm. Ook in deze fase blijven we de berging en haar omgeving monitoren.

  • Controlefase (jaar 100-350)

Gedurende 250 jaar zetten we de monitoring van de afdekking en de omgeving verder en blijven we instaan voor het onderhoud en de bewaking. Tot het einde van deze controlefase blijft het mogelijk om het geborgen afval in alle veiligheid terug te nemen.

  • Passieve veiligheid (jaar +350)

Een actieve monitoring van de bergingsinstallatie blijft mogelijk maar is in deze fase niet meer noodzakelijk. De installatie is namelijk opgevat als een passief systeem: toekomstige generaties hoeven niet meer tussen te komen om de veiligheid te verzekeren.

We gebruiken marketingcookies om deze website optimaal te laten werken. Accepteer deze cookies om verder te gaan.

Locatie van de bergingsinstallatie

Vanuit ons bezoekerscentrum Tabloo in Dessel, kan je vandaag al een wandeling doen tot aan de bergingssite. Onderweg leren informatieborden je meer over de nucleaire installaties die je passeert en over de plaatselijke natuur. Tegenover de plaats van de toekomstige oppervlaktebergingsinstallatie vind je twee viewmasters. Zij geven een goed beeld van hoe de installatie er in de nabije toekomst zal uitzien.

De bergingsinstallatie wordt gebouwd in de nucleaire zone op het grondgebied van Dessel, vlak bij de grens met de gemeente Mol. Het terrein is eigendom van NIRAS en ligt in het zuidwesten van Dessel, ten noorden van het kanaal Bocholt-Herentals en ten oosten van de N118 Geel-Retie, die daar de gemeentegrens tussen Dessel en Retie vormt.

Laatst aangepast 22/04/2025