Hoe wordt de veiligheid van oppervlakteberging gegarandeerd?
NIRAS bereidt de bouw van de bergingsinstallatie voor tot in de kleinste details. Die moet op elk moment veilig zijn voor zowel mens als milieu. Opeenvolgende barrières zonderen het afval af en sluiten de radioactieve stoffen in. Controles van het nucleaire afval en monitoring van de installatie en haar omgeving dragen bij aan de veiligheid op korte en lange termijn. Het bergingsproject werd ontwikkeld op basis van strategische principes die ook uitdrukkelijk rekening houden met de internationale beste praktijken.
Het veiligheidsbeleid van NIRAS beschrijft de manier waarop de veiligheid van de berging verzekerd zal worden. Een belangrijke uitdaging bestaat erin het bewustzijn van het belang van veiligheid in stand te houden tijdens de bouw, exploitatie, sluiting en controle van de berging. Die verschillende fases zullen namelijk een periode van meerdere decennia en eeuwen omspannen. Daarom hebben we een geïntegreerd beheersysteem ontwikkeld voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid en het continue toezicht op veiligheid en kwaliteit.
Gelaagde bescherming
Om te zorgen dat het bergingssysteem veilig is, hanteren we een reeks veiligheidsprincipes zoals bijvoorbeeld de gelaagde bescherming. Zo mag de veiligheid niet afhankelijk zijn van één enkel element van het bergingssysteem, één enkele controlemaatregel, of de vervulling van één enkele veiligheidsfunctie of administratieve procedure. Ook de diversiteit binnen het bergingssysteem speelt een belangrijke rol: diverse veiligheidsfuncties, materialen en/of (productie)processen verkleinen de kans dat het bergingssysteem in zijn geheel niet functioneert.
Afzonderen en insluiten
Een van de belangrijkste veiligheidsprincipes is de afzondering van het radioactieve afval en de insluiting van de radionucliden. Dat bereiken we onder andere door te zorgen voor een reeks fysieke barrières rond het afval en de bergingsinstallatie. Hier sluit ook de robuustheid van het bergingssysteem bij aan, die de goede werking van de afzondering en insluiting minder vatbaar maakt voor verstoringen of onzekere factoren.
De opeenvolgende barrières uit onder meer beton en mortel zonderen het afval af en sluiten de radioactieve stoffen in. Dankzij hun chemische en fysische eigenschappen houden beton en mortel radioactieve stoffen vast en beperken ze de infiltratie van water. Ze beletten dus dat radioactieve stoffen uitlogen naar de omgeving, of ze zorgen ervoor dat dat proces vertraagd wordt. Daarbovenop is het beton zodanig samengesteld dat de degradatie ervan door de eeuwen heel traag zal verlopen.
Continu monitoren
De bergingsinstallatie en haar omgeving zullen gedurende 350 jaar onder permanent toezicht staan.
Een reglementair toezicht op de veiligheid zal op diverse niveaus en door verschillende instanties gebeuren. De Dienst Fysische Controle (DFC) van NIRAS-site Dessel zal instaan voor het toezicht op de algemene veiligheid en de radiologische veiligheid in het bijzonder. Die dienst zal toezicht houden op het respecteren van de vergunningsvoorwaarden van de berging. Bovendien zal de veiligheidsautoriteit (FANC en Bel V) systematisch en op regelmatige basis controles uitvoeren.
De bergingsinstallatie en haar omgeving zullen gedurende 350 jaar onder permanent toezicht staan. Daarbij worden verschillende zaken gemonitord. Zoals bijvoorbeeld de radiologische impact op de omgeving (lucht, bodem, water) en de goede werking van de bergingsinstallatie. Na die periode zal de radioactiviteit in het nucleaire afval zodanig afgenomen zijn dat een actieve monitoring niet meer noodzakelijk is om de veiligheid te verzekeren.
Inspectieruimte
Onder elke bergingsmodule komt er een inspectieruimte waarin we regelmatig controles zullen verrichten. Deze ruimte maakt het mogelijk om insijpelend water vlak bij het afval op te vangen. Door de inspectieruimte kunnen we ook eventuele schade aan de constructie vaststellen. Zo kan de degradatie van de betonnen barrières gemonitord en vroegtijdig vastgesteld worden. Door de beperkte hoogte van de inspectieruimte, zullen de inspecties gebeuren met robottoestellen.
Onder elke bergingsmodule komt er een inspectieruimte voor regelmatige controles.
Kennis behouden
Ook nadat de bergingsinstallatie afgedekt en afgesloten is, blijft het belangrijk dat toekomstige generaties nog weten dat er onder die heuvels nucleair afval geborgen werd. Zo werd er een kennisbeheersysteem opgezet dat al de technische informatie in kaart brengt, actualiseert en bewaart. Dat gebeurt in meerdere talen, op verschillende plaatsen en zowel digitaal als op hoogwaardig kwaliteitspapier. Zo wordt het voortbestaan van dit ‘levend geheugen’ gegarandeerd. Daarnaast worden er ook continu verschillende initiatieven genomen om de herinnering aan de installatie levend te houden in de regio.
Noodplan
Voor noodsituaties werkt NIRAS een intern noodplan uit dat de aanpak beschrijft voor als zich een incident of ongeval zou voordoen. Zowel klassieke ongevallen als ongevallen met een radiologisch risico zitten daarin vervat. Het noodplan bepaalt hoe de autoriteiten en andere stakeholders op de hoogte worden gebracht van de aard en omvang van het incident. Op geregelde tijdstippen zullen noodplanoefeningen worden gehouden.
Het externe noodplan wordt alleen geactiveerd als er een ernstig incident plaatsvindt. Het Nationaal Crisiscentrum, de provinciebesturen en de gemeenten leiden het externe noodplan in goede banen. Van elk incident met mogelijke radioactieve risico’s wordt een zogenaamde INES-melding (International Nuclear Event Scale) opgesteld en gepubliceerd op de website van het FANC.
We gebruiken marketingcookies om deze website optimaal te laten werken. Accepteer deze cookies om verder te gaan.
Welk radioactief afval is bestemd voor oppervlakteberging?
In de oppervlaktebergingsinstallatie zal laag- en middelactief kortlevend afval geborgen worden. Dit afval lijkt vaak op gewoon afval en heeft een veel lagere stralingsactiviteit dan het hoogactieve afval. Het is vooral afkomstig van de kerncentrales en van buiten gebruik gestelde nucleaire installaties. Enkel afval dat aan onze strenge criteria voldoet, mag in de bergingsinstallatie komen.
Hoe wordt het radioactieve afval klaargemaakt voor oppervlakteberging?
De vaten met het radioactieve afval voor oppervlakteberging zullen eerst nog ingesloten worden in betonnen kisten (monolieten). Dat gebeurt vlak bij de bergingssite, waar NIRAS een hele randinfrastructuur liet bouwen om het afval klaar te maken voor berging. Zo behouden we in elke stap de controle over wat er met het afval gebeurt en moet het geen onnodige afstanden afleggen.
Hoe zal de oppervlaktebergingsinstallatie eruitzien?
De monolieten met het radioactieve afval worden geborgen in dikke betonnen bunkers. De berging werd zo ontworpen dat ze bestand is tegen incidenten en extreme weersomstandigheden. Eens de installatie afgesloten is, komt er een permanente afdekking bestaande uit verschillende natuurlijke en kunstmatige beschermingslagen.
Hoe evalueren we de veiligheid van de oppervlaktebergingsinstallatie na 350 jaar?
De toekomstige oppervlaktebergingsinstallatie is ontworpen om veilig en betrouwbaar te zijn, zowel tijdens de exploitatieperiode als op heel lange termijn. Aan de hand van evolutiescenario's en computermodellen kunnen we aantonen dat ze duizenden jaren of zelfs langer veilig zal blijven.
Lees meerOppervlakteberging: nucleaire vergunning en start eerste werken
Oppervlakteberging
Om de nucleaire vergunning voor de oppervlakteberging te verkrijgen, stelde NIRAS een veiligheidsdossier samen van meer dan 20.000 pagina’s. Daarin tonen we tot in het kleinste detail aan hoe de veiligheid van de berging verzekerd zal worden.
Oppervlakteberging
Midden mei 2023 verkreeg NIRAS de nucleaire oprichtings- en exploitatievergunning die nodig is om de oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel te realiseren. Bedoeling is dat in de lente 2024 de werken voor de werfverharding starten.
Laatst aangepast 22/04/2025