Ontmanteling van stopgezette nucleaire installaties
Ons land heeft verschillende nucleaire installaties. Wanneer die definitief stopgezet worden - omdat ze verouderd zijn, omdat de exploitant failliet is gegaan of om economische redenen - moeten ze gesaneerd, ontsmet en uiteindelijk ontmanteld worden. Ze worden dan geschrapt van de lijst met nucleaire installaties die onder controle van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) staan. Al die technische en administratieve verrichtingen worden ‘declassering’ genoemd.
Voor de ontmanteling van de belangrijkste installaties is een vergunning nodig die uitgereikt wordt door het FANC, na gunstig advies van NIRAS. De exploitant moet daar ook een gefaseerd ontmantelingsplan voor opstellen. We controleren dit plan en keuren het goed. In bepaalde gevallen kan de exploitant of de Belgische overheid ons vragen om de technische en administratieve handelingen uit te voeren. In alle gevallen nemen we het radioactieve afval over dat deze operaties voortbrengen. Het uiteindelijke doel van elk ontmantelingsproject is om alle radioactieve structuren, stoffen en uitrustingen te verwijderen en, indien mogelijk, de installaties of de site toe te wijzen aan nieuwe activiteiten.
Hoe verloopt een ontmantelingsproject?
Omvangrijke ontmantelingsprojecten verlopen meestal in verschillende grote fasen. De eerste fase is het definitief stopzetten van de installatie, het beveiligen van de site en het inventariseren van de radioactieve stoffen en uitrustingen. De volgende fase bestaat uit opeenvolgende operaties met als doel de radioactiviteit zoveel mogelijk te elimineren en tegelijkertijd het volume radioactief afval te beperken. Na afloop van die operaties worden de installaties hergebruikt voor andere activiteiten of gesloopt.
Waaruit bestaat een ontmantelingsplan?
Sinds 1991 moeten de belangrijkste Belgische nucleaire installaties beschikken over een ontmantelingsplan dat een administratief en een technisch luik bevat. Dat plan wordt al bij de ingebruikname van de installatie opgesteld en wordt tijdens de exploitatie ervan up-to-date gehouden. Het administratief deel omvat onder meer de uitwerking van de ontmantelingsstrategie en het verkrijgen van de vergunningen. Het technisch deel omvat de methodes die gebruikt worden voor de ontmanteling en het beheer van de radioactieve stoffen op de site.
Wat is de hoogste prioriteit bij de ontmanteling?
In een nucleair ontmantelingsproject moet rekening gehouden worden met de traditionele risico's die aan elk afbraakproject verbonden zijn, maar daarbovenop ook aan risico's rond nucleaire veiligheid en ioniserende straling. Daarom zijn er voor elke fase verplichte nucleaire veiligheidsstudies die gevalideerd worden door het FANC. De absolute prioriteit blijft de veiligheid van de operatoren en de bescherming van de omwonenden en het milieu.
Wat is de ontmantelingsstrategie van NIRAS?
In de bouwplaatsen die we superviseren of exploiteren, hanteren we een duurzame aanpak. We geven de voorkeur aan oplossingen en technieken waarmee we zoveel mogelijk materialen kunnen recycleren of hergebruiken tegen de laagst mogelijke kosten. Zo beperken we het volume radioactief afval. Gemiddeld blijft minder dan 10% van het volume ontmantelingsafval radioactief.
De ontmanteling van Eurochemic in Dessel (BP1)
Eurochemic was een proefopwerkingsfabriek voor verbruikte splijtstoffen, dat in 1966 in gebruik genomen werd en eindigde in 1974. Het internationaal project bevond zich op de huidige site van Belgoprocess, onze dochteronderneming in Dessel. In 1986 gaf de Belgische Staat ons de opdracht om de fabriek te ontmantelen. We beheren ook het radioactieve afval dat afkomstig is van de exploitatie van de fabriek en de ontmanteling ervan. Eurochemic is vandaag voor ongeveer 80% ontmanteld.
De ontmanteling van de vroegere Waste-afdeling van SCK CEN in Mol (BP2)
Site 2 van Belgoprocess in Mol omvat de installaties van de vroegere afdeling van het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN voor de verwerking en conditionering van radioactief afval. De installaties werden eind 1988 stilgelegd en in 1990 overgedragen aan NIRAS. De Belgische Staat gaf ons de opdracht om de installaties op de site te ontmantelen. We beheren ook het historische radioactieve afval dat aanwezig was toen de installaties stilgelegd werden en het afval dat bij de ontmanteling voortgebracht wordt.
De ontmanteling van het failliete bedrijf Best Medical Belgium in Fleurus
Het bedrijf Best Medical Belgium (BMB), gevestigd op de nucleaire site van Fleurus in Wallonië, produceerde radio-isotopen voor de diagnose en behandeling van bepaalde kankers. Het ging failliet in 2012. We kregen de opdracht om de installaties te ontmantelen waarvoor geen overnemer gevonden werd en werden exploitant van de site. We beheren ook het radioactieve afval van deze operaties, die volgens de huidige planning in 2031 zouden moeten eindigen.
De ontmanteling van de kerncentrales van Doel en Tihange
België heeft zeven kernreactoren: drie in Tihange en vier in Doel. Eind september 2022 werd de reactor Doel 3 definitief stilgelegd. Tihange 2 werd eind januari 2023 stilgelegd en Doel 1 in februari 2025. ENGIE Electrabel ontmantelt deze reactoren - een enorm project dat grote hoeveelheden radioactief afval zal genereren, elk met zijn eigen specifieke kenmerken. Op termijn zullen we dat afval ten laste nemen. Volgens de huidige prognoses zouden de reactoren in 2040 ontmanteld moeten zijn.
Enkele andere voltooide of lopende ontmantelingswerven
We namen ook het radioactieve afval van verschillende andere ontmantelingsprojecten in België ten laste. Belgonucleaire in Dessel werd in 2019 volledig ontmanteld. De fabriek Franco-Belge de Fabrication du Combustible (FBFC) in Dessel werd volledig ontmanteld in 2021. In Mol werd de Belgian Reactor 3 (BR3) van SCK CEN definitief stilgelegd in 1987, de ontmanteling ervan bevindt zich momenteel in de eindfase. De wetenschappelijke onderzoeksreactor Thetis van de Universiteit Gent werd ontmanteld in 2014.
Waarom maakt NIRAS een inventaris van de nucleaire passiva op?
De stopzetting van een nucleaire activiteit genereert kosten. Die komen enerzijds van de ontmanteling van de installaties, anderzijds van het beheer van het radioactieve afval dat op de site achterblijft of dat bij die operaties voortgebracht wordt. Als de middelen niet voorhanden zijn om die kosten te financieren of als ze ontoereikend zijn, is er sprake van een ‘nucleair passief’. Er bestaan vandaag vijf historische nucleaire passiva in België.
Wie financiert deze ontmantelingsprojecten?
Nucleaire exploitanten zijn verplicht om financiële reserves aan te leggen om de kosten van de ontmanteling van hun installaties en het beheer van het radioactieve afval te dekken. Als de middelen niet beschikbaar of onvoldoende zijn om de kosten te financieren, spreken we van ‘nucleaire passiva’.
De Belgische Staat is verantwoordelijk voor de financiering van de kosten van vier historische nucleaire passiva: het passief BP1, het passief BP2, het passief SCK CEN en het passief IRE (Institut National des Radioéléments). De ontmanteling van Best Medical Belgium wordt deels gefinancierd door het Waalse Gewest en deels door een speciaal fonds, dat Insolvabiliteitsfonds wordt genoemd.
Laatst aangepast 22/04/2025